Inleiding

Voor u ligt de begroting 2019 en de meerjarenraming 2020-2022 (hierna: programmabegroting) van de gemeente Gouda. De programmabegroting bevat onder andere de uitwerking van het document Kaders voor de programmabegroting 2019-2022 en maakt deel uit van de Planning & Controlcyclus. Gemeenten zijn volgens de Gemeentewet verplicht om ieder jaar een begroting, meerjarenraming, jaarverslag en jaarrekening binnen deze Planning & Controlcyclus vast te stellen.

In de begroting wordt het gemeentelijk beleid op hoofdlijnen toegelicht. De plannen zijn beschreven in zeven programma’s, waarbij steeds drie vragen centraal staan:

  • Wat wil Gouda bereiken?
  • Wat gaat de gemeente daarvoor doen?
  • Wat gaat het kosten?

Met deze begroting legt het college van burgemeester en wethouders de voor 2019 geplande lasten en baten ter vaststelling aan de gemeenteraad voor. De begroting dient ter ondersteuning van de rol van de raad. In deze rol ligt de nadruk op kaderstelling, controle, sturing op hoofdlijnen, autorisatie en allocatie van middelen. De budgetten voor 2019 worden door het vaststellen van deze begroting door de raad op programmaniveau geautoriseerd. Daarnaast geeft de meerjarenraming de raad een beeld van de verwachtingen ten aanzien van de financiële ontwikkelingen in de drie daaropvolgende jaren.

De begroting is de derde die is gemaakt op basis van de wijzigingen in het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) uit 2016 en is de eerste waarbij de gemeente Gouda binnen de programma’s op taakvelden in plaats van productgroepen rapporteert. Overige wijzigingen van het BBV zijn: de introductie van taakvelden, verplichte beleidsindicatoren, de geprognosticeerde balans en kengetallen op basis van deze balans, de overhead gecentraliseerd op een taakveld en de Vennootschapsbelasting (VPB) overheidsbedrijven op een taakveld. Hiermee wordt beoogd de transparantie toe te laten nemen en gemeenten onderling vergelijkbaar te maken.

De introductie van de taakvelden heeft gevolgen voor de indeling van de begroting. Het uitgangspunt is dat de voorgeschreven taakveldindeling doorwerkt in de programma’s op een zodanige wijze dat een taakveld aan maximaal een programma is gekoppeld. Dit heeft geleid tot zodanige verschuivingen tussen de programma’s dat de vergelijkbaarheid van de lasten en baten 2019 ten opzichte van de begroting 2018 en jaarstukken 2017 lastig is. Waar dit een rol speelt, wordt dit uiteraard toegelicht. Met ingang van de begroting 2017 is in het hoofdstuk 7 (bijlagen) een vertaaltabel tussen programma’s en taakvelden opgenomen.