Toelichting op algemene dekkingsmiddelen

Mutaties reserves

De bij dit onderdeel geraamde onttrekkingen zijn grotendeels een gevolg van de besluitvorming over de aanwending van de reserve sociaal domein en de vrijval van de reserve NGE. De nieuwe toevoegingen komen voort uit de besluitvorming over de bij deze begroting in te stellen reserve Versnellen woningbouw en (gebieds)transformatie. Daarnaast is het begrotingssaldo verwerkt in de algemene reserve. Zie ook hierna over het resultaat van de rekening. In hoofdstuk 5.9 Stand en verloop reserves en in de bijlagen zijn de reserves verder uitgesplitst.

Resultaat van de rekening (baten/lasten)

Dit taakveld toont in feite het begrotingssaldo, na alle toevoegingen en onttrekkingen aan reserves. Het begrotingssaldo kent het volgende meerjarige verloop.

Bedragen * € 1.000

2019

2020

2021

2022

Begrotingssaldo

1.614

2.500

689

520

Een toelichting op de totstandkoming van dit resultaat is te vinden in het hoofdstuk Financiële begroting en meer specifiek in 5.5 Overzicht van baten en lasten. Het saldo wordt administratief technisch toegevoegd aan de algemene reserve.

Onroerende zaakbelasting (woningen en niet-woningen)

De onroerende zaakbelasting (OZB) is een belasting die gemeenten mogen heffen over woningen en niet-woningen. De OZB maakt onderdeel uit van de groep lokale heffingen (rioolheffing, OZB, afvalstoffenheffing, leges, parkeeropbrengsten, precariobelasting, hondenbelasting en toeristenbelasting) en genereert voor de gemeente Gouda binnen de lokale heffingen de op een na hoogste belastingopbrengst. De OZB kan worden gesplitst in een eigenarenbelasting en een gebruikersbelasting. De aanslagen OZB worden berekend op basis van de waarde van de onroerende zaken. Deze waardering dient de gemeente uit te voeren op grond van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ).

Het tarief voor de heffing van de OZB wordt jaarlijks gewijzigd. De aanslag OZB wordt berekend naar een percentage van de waarde van de onroerende zaken, zoals die op de voet van de Wet WOZ wordt vastgesteld. Voor het jaar 2019 worden de onroerende zaken gewaardeerd naar waardepeildatum 1 januari 2018. In de paragraaf Lokale heffingen is een uitgebreide toelichting opgenomen.

Aan de lastenkant worden kosten geraamd voor het innen van de opgelegde belastingen, de zogenaamde perceptiekosten. Feitelijk zijn dit alle personele en materiële kosten die verband houden met de oplegging, inning, afhandeling bezwaarschriften en de kosten van de uitvoering van de Wet WOZ.

Parkeerbelastingen

Tot dit taakveld behoren de heffing en invordering van parkeerbelasting, de opbrengsten van parkeerfaciliteiten en de opbrengsten uit boetes. In Gouda zorgen met name het betaalde straatparkeren rondom de binnenstad en de stationsparkeergarage voor jaarlijkse inkomsten. In de paragraaf Lokale heffingen is een uitgebreide toelichting opgenomen.

Overige belastingen

Tot dit taakveld behoren overige gemeentelijke belastingen, zoals de precariobelasting en de hondenbelasting. In de paragraaf Lokale heffingen is een uitgebreide toelichting opgenomen.

Algemene uitkering en overige uitkeringen gemeentefonds

De algemene uitkering uit het gemeentefonds is de grootste inkomstenbron van de gemeente. De hoogte van de uitkering wordt bepaald op basis van objectieve maatstaven zoals bij voorbeeld het aantal inwoners, de sociale en fysieke samenstelling van de gemeente en het aantal woonruimten.

De hoogte van raming van de algemene uitkering uit het gemeentefonds voor de periode 2019-2022 is gebaseerd op informatie uit de meicirculaire gemeentefonds 2018 van het ministerie van BZK. De raad is medio juni bij de behandeling van de Kaders voor de programmabegroting 2019-2022 geïnformeerd over de uitkomsten van deze circulaire. In hoofdstuk 5.3 van deze begroting is de financiële uitwerking opgenomen.

In de meicirculaire 2018 is ook de “inweving” verwerkt van de integratie-uitkering Sociaal Domein in de algemene uitkering vanaf 2019. De algemene uitkering neemt onder andere hierdoor in 2019 en de komende jaren toe met € 28 miljoen oplopend naar € 34 miljoen in 2022. De toename wordt ook veroorzaakt door het hogere accres en een verbreding van de uitkeringsbasis met de rijksuitgaven voor Sociale Zekerheid en Zorg.

De komende jaren vinden de trajecten rond de heroverweging van de financiële verhouding en de herziening van de verdeelmodellen sociaal domein plaats. Deze zijn gericht op een invoering van een nieuwe verdeling van het gemeentefonds per 2021. Hierbij zullen (opnieuw) herverdeeleffecten binnen het Gemeentefonds ontstaan.

Over de resultaten van de septembercirculaire 2018 wordt de raad afzonderlijk geïnformeerd. De uitkomsten worden bij de eerstvolgende begrotingswijziging verwerkt.

Overige baten en lasten

Binnen dit taakveld presenteert de gemeente de post onvoorziene uitgaven algemeen en de stelposten, waaronder de taakstellende bezuinigingen en ruimte voor nieuw beleid. Op dit taakveld komen ook de loonkosten voor bovenformatief personeel dat niet meer aan het werk is en de lasten en baten van gedetacheerde personeel.

Onvoorziene uitgaven

Wettelijk is voorgeschreven dat in de programmabegroting een post voor onvoorziene uitgaven is opgenomen. Er zijn geen voorschriften, of normen, over de omvang hiervan. Het is aan de raad om aan te geven welke omvang zij nodig acht. De raming voor 2019 bedraagt € 151.000. Dit is het totaalbedrag dat beschikbaar is voor alle programma’s tezamen, dat onder voorwaarden (onvoorzien, onvermijdbaar, onuitstelbaar) kan worden aangewend. De hoogte van de onvoorziene uitgaven is in basis overigens niet bedoeld om omvangrijke afwijkingen binnen de begroting op te vangen. Daarvoor dient de beschikbare weerstandscapaciteit. Zie ook de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing.

Stelposten

Stelposten zijn posten die wel in de begroting zijn meegenomen voor het algemeen beeld, maar nog niet zijn uitgewerkt of ingevuld. Dit omdat nog niet bekend is hoe de verdeling precies plaatsvindt. Het is wenselijk zo min mogelijk met stelposten te werken. Een positieve stelpost is nog toe te wijzen budget en een negatieve stelpost een nog in te vullen taakstelling.

Binnen de begroting van Gouda zijn de volgende stelposten verwerkt:

  • Stelposten loon- en prijscompensatie: De inkomsten uit het gemeentefonds worden weergegeven in zogenaamde lopende prijzen. Dat betekent dat de verwachte toekomstige cumulatieve loon- en prijsstijgingen in de bedragen zijn verwerkt. De loon- en prijsgevoelige budgetten in de Goudse begroting worden elk jaar verhoogd met de inflatie van de algemene uitkering (pBBP) conform de cijfers uit de meicirculaire. Voor 2019 gaat het om 2,4%; zie ook het onderdeel Grondslagen in het hoofdstuk Financiële begroting.
  • Stelpost taakmutaties algemene uitkering: De taakmutaties die genoemd worden in circulaires van het gemeentefonds worden in afwachting van nadere inhoudelijke en financiële onderbouwing geraamd op een afzonderlijke post in de begroting. Voor 2019 en verder kunnen nog middelen worden bestemd met betrekking Wmo, de Wet innovatie en kwaliteit kinderopvang en - op grond van de meicirculaire 2018 - voor schulden en armoede.
  • Stelpost uitbreiding Westergouwe: Een van de uitgangspunten voor de uitbreiding van Westergouwe is budgetneutraliteit ten aanzien van de gemeentelijke voorzieningen. De lasten van deze voorzieningen die te worden gedekt ten laste van de toename van de algemene uitkering uit het gemeentefonds en van de OZB als gevolg van de nieuwbouw in Westergouwe.
  • Taakstelling precario: De precariobelasting op nutsnetwerken vervalt in 2022, waardoor deze structurele inkomsten van € 2 miljoen per jaar vervallen. Het college heeft opdracht gegeven om alternatieven te gaan uitwerken voor het opvangen van deze tegenvaller. Vooruitlopend hierop is een taakstelling van € 500.000 verwerkt.

Bedragen * € 1.000

2019

2020

2021

2022

Stelpost loon- en prijscompensatie

111

1.956

3.633

5.447

Stelpost taakmutaties algemene uitkering

107

151

266

266

Stelpost uitbreiding Westergouwe

101

253

298

631

Stelpost meerjarenbegroting 2019-2022 (precario)

0

0

0

-500

Totaal

319

2.360

4.197

5.844

Vennootschapsbelasting

Per 1 januari 2016 is vennootschapsbelastingplicht voor overheden effectief in werking getreden. Dit houdt in dat overheden vennootschapsbelasting (VPB) moeten betalen over de winst die zij met ondernemingsactiviteiten hebben.

Uit de inventarisatie gebaseerd op de jaarrekeningen 2015 t/m 2017 en de (concept)begroting 2018 en 2019 verwacht de gemeente Gouda bij de belastingaangifte over 2019 op basis van de huidige inzichten dat de clusters Parkeergarage en Straatparkeren door de ondernemerspoort gaan:

  • voor het Straatparkeren kan een vrijstelling worden toegepast, waardoor geen VPB-druk ontstaat;
  • voor het cluster Parkeergarage geldt geen vrijstelling, maar verwacht de gemeente een VPB-druk van nihil door combinatie van de clusters Parkeergarage en Bouwgrondexploitaties.

De geraamde vennootschapsbelasting is nihil over de periode 2019-2022.