Nr. | Indicator | Toelichting |
---|---|---|
1 | Vestigingen | Het aantal vestigingen van bedrijven, per 1.000 inwoners in de leeftijd van 15-64 jaar. |
2 | Functiemenging | De functiemengingsindex (FMI) weerspiegelt de verhouding tussen banen en woningen, en varieert tussen 0 (alleen wonen) en 100 (alleen werken). Bij een waarde van 50 zijn er evenveel woningen als banen. |
3 | Voortijdige schoolverlaters totaal (VO + MBO) % | Het percentage van het totaal aantal leerlingen (12 - 23 jaar) dat voortijdig, dat wil zeggen zonder startkwalificatie, het onderwijs verlaat. |
4 | Absoluut verzuim | Het aantal leerplichtigen dat niet staat ingeschreven op een school, per 1.000 inwoners lft. 5-18 jaar. |
5 | Relatief verzuim | Het aantal leerplichtigen dat wel staat ingeschreven op een school, maar ongeoorloofd afwezig is, per 1.000 inwoners lft. 5-18 jaar. |
Nr. | Indicator | Toelichting |
---|---|---|
1 | Fijn huishoudelijk restafval | Niet gescheiden ingezameld huishoudelijk afval. |
2 | Hernieuwbare elektriciteit | Het CBS hanteert de volgende definitie: Hernieuwbare elektriciteit is opgewekt uit wind, waterkracht, zon of biomassa. Hernieuwbare elektriciteit komt uit bronnen die steeds opnieuw worden aangevuld. Kernenergie valt niet onder hernieuwbare elektriciteit. |
Nr. | Indicator | Toelichting |
---|---|---|
1 | Ziekenhuisopname nav verkeersongeval met een motorvoertuig | Verkeersongeval met motorvoertuig als aandeel van het totaal aantal ongevallen die leiden tot ziekenhuisopnamen. |
2 | Ziekenhuisopname nav vervoersongeval met een fietser | Vervoersongeval met fietser als aandeel van het totaal aantal ongevallen die leiden tot ziekenhuisopnamen. |
3 | Woonlasten éénpersoonshuishouden | Het gemiddelde totaalbedrag in euro's per jaar dat een éénpersoonshuisouden betaalt aan woonlasten. |
4 | Woonlasten meerpersoonshuishouden | Het gemiddelde totaalbedrag in euro's per jaar dat een meerpersoonshuishouden betaalt aan woonlasten. |
5 | WOZ-waarde woningen | De gemiddelde WOZ waarde van woningen. |
6 | Nieuwbouw woningen | Het aantal nieuwbouwwoningen, per 1.000 woningen. |
7 | Demografische druk | De som van het aantal personen van 0 tot 20 jaar en 65 jaar of ouder in verhouding tot de personen van 20 tot 65 jaar. |
Nr. | Indicator | Toelichting |
---|---|---|
1 | Banen | Het aantal banen, per 1.000 inwoners in de leeftijd van 15-64 jaar. |
2 | Netto arbeidsparticipatie | Het percentage van de werkzame beroepsbevolking ten opzichte van de (potentiële) beroepsbevolking. |
3 | Bijstandsuitkeringen | Het aantal personen met een bijstandsuitkering, per 1.000 inwoners. |
4 | Aantal re-integratievoorzieningen | Het aantal reintegratievoorzieningen, per 1.000 inwoners in de leeftijd van 15-64 jaar |
5 | Wmo-cliënten met een maatwerkarrangement | Aantal per 1.000 inwoners in de betreffende bevolkingsgroep. Een maatwerkarrangement is een vorm van specialistische ondersteuning binnen het kader van de Wmo. Voor de Wmo-gegevens geldt dat het referentiegemiddelde gebaseerd is op 327 deelnemende gemeenten. |
6 | % Kinderen in armoede | Het percentage kinderen tot 18 jaar dat in een gezin leeft dat van een bijstandsuitkering moet rondkomen. |
7 | % Jeugdwerkloosheid | Het percentage werkeloze jongeren (16-22 jaar). |
8 | Jongeren met delict voor rechter | Het percentage jongeren (12-21 jaar) dat met een delict voor de rechter is verschenen. |
9 | Jongeren met jeugdhulp | Het percentage jongeren tot 18 jaar met jeugdhulp ten opzicht van alle jongeren tot 18 jaar. |
10 | Jongeren met jeugdreclassering | Het percentage jongeren (12-22 jaar) met een jeugdreclasseringsmaatregel ten opzichte van alle jongeren (12-22 jaar). |
11 | Jongeren met jeugdbescherming | Het percentage jongeren tot 18 jaar met een jeugdbeschermingsmaatregel ten opzichte van alle jongeren tot 18 jaar. |
Nr. | Indicator | Toelichting |
---|---|---|
1 | % Niet-sporters (% t.o.v. inwoners totaal) | Het percentage niet-wekelijks sporters t.o.v. bevolking van 19 jaar en ouder. Bevolking van 19 jaar en ouder dat niet minstens één keer per week aan sport doet. |
Nr. | Indicator | Toelichting |
---|---|---|
1 | Winkeldiefstal per 1.000 inwoners | Het aantal winkeldiefstallen per 1.000 inwoners. |
2 | Diefstal uit woning per 1.000 inwoners | Het aantal diefstallen uit woningen, per 1.000 inwoners. |
3 | Geweldsmisdrijven per 1.000 inwoners | Het aantal geweldsmisdrijven, per 1.000 inwoners. Voorbeelden van geweldsmisdrijven zijn seksuele misdrijven, levensdelicten zoals moord en doodslag en dood en lichamelijk letsel door schuld (bedreiging, mishandeling, etc.). |
4 | Vernieling en beschadiging per 1.000 inwoners | Het aantal vernielingen en beschadigingen, per 1.000 inwoners. |
5 | Verwijzingen Halt per 10.000 inwoners van 12-17 jaar | Verwijzingen Halt per 10.000 inwoners van 12-17 jaar |
6 | Hardekernjongeren | Het aantal hardekernjongeren, per 10.000 inwoners in de leeftijd van 12-24 jaar. |
Nr. | Indicator | Toelichting |
---|---|---|
1 | Formatie | De toegestane formatie in fte van het ambtelijk apparaat van de gemeente voor het begrotingsjaar op peildatum 1 januari. In Gouda is dit niet van toepassing omdat de gemeente niet werkt met het principe van toegestane formatie. |
2 | Bezetting | Het geraamde werkelijk aantal fte's van het ambtelijk apparaat van de gemeente dat werkzaam is op peildatum 1 januari van het begrotingsjaar (Het is niet gebruikelijk de werkelijke bezetting voor een toekomstig begrotingsjaar in te schatten. Voor de begroting 2018 wordt gerekend met de bezetting van 1 januari 2017). |
3 | Apparaatskosten | Alle personele en materiële kosten die verbonden zijn aan het functioneren van de organisatie, exclusief griffie en bestuur. |
4 | Externe inhuur | Het uitvoeren van werkzaamheden in opdracht van een bij de gemeente in dienst zijnde opdrachtgever, door een private organisatie met winstoogmerk, door middel van het tegen betaling inzetten van personele capaciteit en deskundigheid, zonder dat daar een arbeidsovereenkomst of aanstelling tussen organisatie en de daarbij ingezette personen aan ten grondslag ligt. |
5 | Overhead | Alle kosten die samenhangen met de sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primaire proces in verhouding tot het totaal saldo van de lasten (exclusief toevoegingen aan reserves) volgens de begroting. |