Kostenonderbouwing tarieven

De gemeente Gouda hanteert bij de vaststelling van de tarieven voor 2019 een rechtvaardige en kostendekkende tarifering als uitgangspunt.

Onderstaand zijn de kostprijsonderbouwingen van de tarieven voor leges, afvalstoffenheffing en rioolheffing voor 2019 weergegeven.

Titel 1 Algemene dienstverlening

Legesverordening

Lasten taakvelden

Overhead

BCF BTW

Totale lasten

Baten Leges

Totale baten

Kosten-dekkend-heid

1.1 Burgerlijke stand

131.707

9.997

4.823

146.527

115.211

115.211

78,6%

1.2 Reisdocumenten en NL ID-kaart

541.273

41.083

5.650

588.006

208.509

208.509

35,5%

1.3 Rijbewijzen

280.311

21.276

5.717

307.303

360.162

360.162

117,2%

1.4 Verstrekking Basisreg Personen

73.428

5.573

1.153

80.154

33.539

33.539

41,8%

1.5 Publiekszaken ov

214.816

16.305

652

231.773

142.952

142.952

61,7%

1.7 Gemeentearchief

9.647

732

-

10.379

3.523

3.523

33,9%

1.9 Geluidshinder

705

54

-

759

268

268

35,3%

1.10 Winkeltijdenwet

2.338

177

-

2.515

580

580

23,1%

1.11 Huisvestingswet

47.792

3.627

-

51.419

0

0

0,0%

1.13 Verkeer en Vervoer

82.154

6.236

3.624

92.014

21.362

21.362

23,2%

1.14 Leegstandswet

7.182

545

-

7.727

1.658

1.658

21,5%

1.16 Kansspelen

2.338

177

-

2.515

2.339

2.339

93,0%

1.17 Telecommunicatie

58.961

4.475

-

63.437

35.737

35.737

56,3%

1.18 Diversen

118.042

8.959

-

127.001

34.607

34.607

27,2%

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning

Legesverordening

Lasten taakvelden

Overhead

BCF BTW

Totale lasten

Baten Leges

Totale baten

Kosten-dekkend-heid

2.1 Begripsomschrijving

2.2 Vooroverleg / beoordeling conceptaanvraag

2.3 Omgevingsvergunning

2.4 Vermindering

2.5 Teruggaaf

2.6 Intrekking Omgevingsvergunning

2.7 Wijziging omgverg agv wijz project

2.8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

2.9 -

2.10 In deze titel niet benoemde beschikking

Totaal titel 2

1.330.008

100.948

240.471

1.671.427

1.483.551

1.483.551

88,8%

De lasten en baten binnen titel 2 (fysieke leefomgeving / omgevingsvergunning) worden niet op hoofdstukniveau begroot maar op titelniveau. Het totaal van titel 2 heeft daarom betrekking op de totalen van hoofdstuk 2.1 tot en met hoofdstuk 2.10.

Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

Legesverordening

Lasten taakvelden

Overhead

BCF BTW

Totale lasten

Baten Leges

Totale baten

Kosten-dekkend-heid

3.1 Horeca

65.572

4.977

-

70.549

8.011

8.011

11,4%

3.2 Organiseren evenementen of markten

83.665

6.560

-

90.225

14.877

14.877

16,5%

3.3 Prostitutiebedrijven

2.338

177

-

2.515

572

572

22,7%

3.5 Brandbeveiligingsverordening

75.976

5.767

-

81.743

46.226

46.226

56,6%

3.6 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

-

-

-

-

-

-

0,0%

Recapitulatie

Titel

Lasten taakvelden

Overhead

BCF BTW

Totale lasten

Baten Leges

Totale baten

Kosten-dekkend-heid

Titel 1

1.570.695

119.215

21.619

1.711.530

960.448

960.448

56,1%

Titel 2

1.330.008

100.948

240.471

1.671.427

1.483.551

1.483.551

88,8%

Titel 3

227.551

17.481

0

245.032

69.686

69.686

28,4%

Kostenonderbouwing legestarieven uit de Legesverordening

Voor de berekening van de kostendekkendheid van de legestarieven uit de legesverordening worden aan de kostenkant alle directe lasten die op de betreffende taakvelden staan, betrokken in de berekening. Het gaat hierbij om de taakvelden Burgerzaken, Openbare orde en veiligheid, Parkeren, Openbaar groen en (openlucht) recreatie, Milieubeheer en Wonen en bouwen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de kosten voor afdrachten van rijksleges voor rijbewijzen en reisdocumenten, inzet van de medewerkers van de Omgevingsdienst, maar ook aan automatiseringskosten en uren van medewerkers die direct kunnen worden toegerekend aan de betreffende producten.

De indirecte overheadlasten worden buiten de begroting om toegerekend op basis van de omvang van de taakvelden. De systematiek van toerekenen aan de hand van de omvang van het taakveld verdeelt de overhead over alle kosten. Het voordeel van deze systematiek is de eenvoud. Ten slotte wordt buiten de begroting om een deel van de btw op de legesgerelateerde kosten toegerekend.

Aan de batenkant worden de geraamde inkomsten in beeld gebracht. Wanneer de baten worden afgezet tegen de lasten resulteert de kostendekkendheid. Een kostendekkendheid van minder dan 100% impliceert dat de geraamde lasten de geraamde baten overschrijden.

Uit de tabel met betrekking tot de kostenonderbouwing van de leges blijkt dat de geraamde baten van de verordening niet uitgaan boven de totale geraamde lasten van de verordening. Dit geldt ook wanneer de drie titels in de legesverordening individueel worden bekeken. Enkel het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs is meer dan kostendekkend. Hier ligt geen achterliggende beleidskeuze achter, het tarief is historisch zo gegroeid en volgt de door de overheid gemaximeerde tariefstelling. Kruissubsidie binnen een titel van de legesverordening is toegestaan en leidt niet tot problemen.

Kostenonderbouwing afvalstoffenheffing

Uitgangspunt bij de bepaling van de hoogte van de afvalstoffenheffing is 100% kostendekking. Alle kosten die op het taakveld Afval staan, worden betrokken bij de berekening van de heffing. Het betreft hier zowel de kosten van afvalinzameling als van afvalverwerking. Daarnaast worden de kapitaallasten van reeds uitgevoerde investeringen (bijvoorbeeld ondergrondse containers) en de kosten van de kwijtscheldingen afvalstoffenheffing meegenomen. Een correctie wordt gemaakt voor de kosten en baten van het inzamelen van bedrijfsafval: deze posten worden buiten de heffingsberekening gehouden.

Ook kosten vanuit andere taakvelden die aan de afvalstoffenheffing dienen te worden toegerekend, tellen mee. Aan de hand van de capaciteitsraming worden kosten Handhaving (in dit geval reinigingsinspectie) toegerekend aan de afvalstoffenheffing. Op het taakveld Belastingen worden de perceptiekosten (kosten van aanslagoplegging en invordering van alle heffingen) verzameld. Op basis van het aantal aanslagregels afvalstoffenheffing vindt de toerekening aan Afval plaats. Vanuit het taakveld Verkeer en wegen wordt een deel van de kosten voor straatreiniging aan Afval toegerekend.

De directe uurkosten van medewerkers worden toegerekend op basis van de raming van de directe uren. De indirecte personele overhead wordt buiten de begroting om toegerekend op basis van de omvang van de taakvelden. In de uiteindelijke hoogte van de afvalstoffenheffing wordt (buiten de begroting om) een deel van de btw op afval-gerelateerde kosten toegerekend. Sinds de introductie van het btw-compensatiefonds (per 1 januari 2003) hanteren gemeenten deze werkwijze.

We vangen schommelingen in kosten zoveel mogelijk op in de kostenegalisatievoorziening afvalstoffenheffing. Zo voorkomen we dat de afvalstoffenheffing voor de burger sterk fluctueert.

Kostenonderbouwing rioolheffing

Voor de berekening van de hoogte van de rioolheffing verzamelen we alle lasten die op het taakveld Riolering staan. Bij Riolering realiseert de gemeente 100% kostendekking. De grootste kostencomponenten binnen Riolering zijn de kapitaallasten van de historische investeringen (rioolvervanging). Daarnaast vormen de kosten van dagelijks- en groot onderhoud belangrijke kostencomponenten. Ook kwijtscheldingen van het opgelegde gebruikersdeel van de rioolheffing worden betrokken in de kosten van Riool.

Op het taakveld Belastingen worden de perceptiekosten (kosten van aanslagoplegging en invordering van alle heffingen) verzameld. Op basis van het aantal aanslagregels rioolheffing vindt de toerekening aan Riool plaats. Vanuit het taakveld Verkeer en wegen wordt een deel van de kosten straatreiniging aan Riool toegerekend. Het betreft het deel dat betrekking heeft op het voorkomen van de vervuiling van het riool en de rioolkolken. Het deel van de kosten baggeren sloten en watergangen dat betrekking heeft op de verbetering van de waterkwaliteit, wordt toegerekend aan Riool.

De directe uurkosten van medewerkers worden toegerekend op basis van de raming van de directe uren. De indirecte personele overhead wordt buiten de begroting om toegerekend op basis van de omvang van de taakvelden. In de uiteindelijke hoogte van de rioolheffing wordt, buiten de begroting om, een deel van de btw op riool-gerelateerde kosten toegerekend. Sinds de introductie van het btw-compensatiefonds hanteren gemeenten deze werkwijze. In lijn met het huidige GRP 2014-2018 (raadsbesluit december 2014, inclusief een toekomsbestendige financieringssystematiek van de rioolkosten) en de ontwikkeling van de rioolheffing worden op nacalculatiebasis de kosten en baten met elkaar verrekend. Uitgangspunt is dat uiterlijk in 2020 de voorziening Riolering van voldoende omvang is om direct vanuit deze voorziening de vervangingsinvesteringen riolering te bekostigen. Investeringsbudgetten die we over 40 jaar afschrijven zijn dan niet meer nodig.